Woordenlijst | Telescopen | Optiek | Lichtopbrengst

De lichtopbrengst beschrijft hoe veel meer licht de telescoop t.o.v. het oog verzamelt.

Dit wordt als volgt berekend: lichtopbrengst = opening² / pupildiameter²

Astroshop gaat uit van een gemiddelde pupildiameter van 7 millimeter. Dat verschilt dan misschien wel van de diameter van individuele waarnemers, maar de telescopen zijn in ieder geval met elkaar te vergelijken.

De lichtopbrengst wordt in spiegeltelescopen (Newton-, Maksutov-, SC-optieken) door de vangspiegel verkleind. Dit staat bekend als obstructie, maar speelt in de praktijk geen grote rol: het betreft slechts een klein deel van het oppervlak. De obstructie valt op omdat de buigingsringen door de vangspiegel en zijn houders worden verlicht. Hierdoor is het contrast lager dan dat van een lenstelescoop. Die heeft dergelijke vangspiegels namelijk niet nodig.

De doorslaggevende factor voor een vermindering van de theoretische lichtopbrengst is dus niet de obstructie, maar de kwaliteit van andere optische elementen, zoals zenitspiegels of oculairs.