Twee kijkglazen in de middelste prijsklasse om altijd bij te hebben

Precies goed voor in het handschoenenkastje of in de wandelrugzak: twee compacte allround verrekijkers getest bij moeilijk licht.

Veel natuurliefhebbers, ornithologen, wandelaars of sportliefhebbers hebben een tweede verrekijker naast een waardevolle, meestal duurdere verrekijker. Wie kent deze situatie niet? U rijdt over het platteland of door de stad, en plotseling duikt er een sperwer over de weg voor de motorkap en gaat op de volgende boom of huisgevel zitten. Als u nu maar een verrekijker bij de hand had...

Wij hebben twee van dergelijke "altijd-op-zak" verrekijkers uit de lagere middenprijsklasse voor u getest: De Nikon Prostaff 7s 10×30 en de KOWA BD 10×32 DCF. Beide verrekijkers zijn "betaalbaar", d.w.z. in de prijsklasse tussen 200 en 300 euro; beide zijn compact gebouwd, licht (respectievelijk 420 g en 565 g), volledig meervoudig gefaseerd gecoat en waterdrukdicht. Ze zijn dus precies goed voor in het handschoenenkastje of de wandelrugzak. Beide verrekijkers zijn ook geschikt voor brildragers en bieden de mogelijkheid van dioptriecompensatie. Dus welke van de twee koop ik?

Als de zon schijnt, leveren bijna alle verrekijkers bruikbare beelden. Het moment van de waarheid komt meestal wanneer de lucht bewolkt en bewolkt is, d.w.z. bij regen en mist. Op zo'n winterdag met een luchtvochtigheid van ca. 90% hebben we beide verrekijkers aan een uitgebreide test onderworpen.

De Nikon scoort de eerste punten met zijn lage gewicht. Het gevoel en het kijkgedrag zijn aangenaam, dus de eerste indruk is vrij positief. Bij nadere beschouwing ziet men een zekere randonscherpte en een niet te veronachtzamen blauwe kleurzoom.

Veel gebruikers zijn bereid dit in deze prijsklasse te accepteren, zolang het beeld in het midden maar helder en contrastrijk is. Dit is, zij het met bepaalde beperkingen, het geval in deze moeilijke omstandigheden. Het gezichtsveld (105 m op 1.000 m) ligt ook binnen het verwachte bereik.

De KOWA is iets zwaarder, maar zijn design en hanteerbaarheid zijn veel aangenamer en plezieriger. Hij ligt uitstekend in de hand. De scherpstelling (bij beide verrekijkers op de middelste regelaar) is nauwkeurig en enigszins traag (wat opzettelijk is van de fabrikant, want een lichte "slijtage" treedt na verloop van tijd automatisch op bij veelvuldig gebruik).

De iets grotere lensopening (32 mm in plaats van 30 mm) resulteert in een hogere lichttransmissie en een veel helderder beeld met een merkbaar scherper contrast dan bij de Nikon. De borst van de koolmees die voor ons op een spar zat, was niet slechts gelig, maar intens geel, ondanks de lichte nevel. Een extra verkoopargument is het uitstekende bereik van dichtbij (ongeveer 1,80 m).

Veel natuurliefhebbers zijn niet alleen geïnteresseerd in één groep dieren (vogels, bijvoorbeeld), maar ook in insecten of zeldzame planten waarvan de groeiplaatsen beter niet kunnen worden betreden. Ook in dergelijke gevallen biedt de KOWA het beste kijkcomfort. Het gezichtsveld komt exact overeen met dat van de Nikon-verrekijker (105 m op 1.000 m).

Marcus is een enthousiast amateurastronoom, tekstschrijver, YouTuber en liefhebber van de nachtelijke hemel. Sinds 2006 helpt hij mensen de juiste telescoop te vinden. Tegenwoordig doet hij dat via tekst en video.

Als koffiejunk zou hij zijn zeefdrager-koffiezetapparaat ook het liefst onder de sterrenhemel bij zich hebben.