Digitale camera's op de telescoop

Er zijn verschillende camera's, maar elke camera heeft zijn eigen adapter nodig om hem überhaupt te kunnen aansluiten. Maar met één is het heel eenvoudig.

Zowel de compacte digitale camera's als de spiegelreflexcamera's kunnen met de juiste adapters op de telescoop worden aangesloten om uiteindelijk foto's door de telescoop te "schieten". De compactcamera's spelen een rol voor de helderdere motieven zoals de maan, de zon (alleen met filter!) en planeten.

De compacte camera wordt met de lens vrij dicht voor het oculair van de telescoop gebracht. Een oculair is altijd nodig wanneer u opnamen maakt met een camera waarvan de lens niet verwijderd is. Anders zou het niet mogelijk zijn een beeld te produceren.

Dit type fotografie wordt in vakjargon afocaal genoemd.

Als u nog geen spiegelreflexcamera hebt, kunt u uw eerste mooie resultaten ook met een compactcamera bereiken. Een groot voordeel van deze camera is de vaak lagere prijs in vergelijking met een spiegelreflexcamera. Wanneer u een compactcamera koopt, moet u er echter op letten dat deze ook handmatig kan worden bediend. Het is zinvol als de flits en andere automatische functies kunnen worden uitgeschakeld. Het eerder beschreven ongecomprimeerde beeldformaat is ook belangrijk.

Als u zich wilt verdiepen in dit soort astrofotografie, is het eerste object dat zeer mooie resultaten zal opleveren de maan. Om dit te doen, is het het beste om de maan te fotograferen wanneer zij zich als sikkel aan ons toont. De zonnestralen komen van opzij en creëren een prachtig uitzicht door de schaduwen die door de kraters worden geworpen. U moet wat experimenteren met de belichtingstijden. Daarom is het een goed idee om een hele reeks kortere en langere belichtingen te maken. Zo komt u te weten welke tijd het beste is voor de maan. Scherpstellen is altijd een probleem bij het fotograferen door de telescoop.

Met een compactcamera kunt u echter scherpstellen met behulp van het livebeeld op het LCD-scherm, wat zeer nuttig zal blijken. De optimale scherpstelling ligt op een zeer specifiek punt, dat u, vooral bij een voorwerp dat zo helder is als de maan, kunt vinden door de focuser te verstellen.

U moet er ook rekening mee houden dat u bij het instellen van de belichtingstijd niet zomaar op de knop kunt drukken. Idealiter zou de camera de mogelijkheid bieden om een ontspanner op afstand aan te sluiten. Op die manier raakt u de camera en de telescoop niet aan en zijn er geen trillingen die het beeld zouden vertroebelen. Als u geen afstandsontspanner kunt bevestigen, kunt u ook volstaan met de zelfontspanner.

Hoe wordt de compactcamera aangesloten op de telescoop?

Het aansluiten van een compactcamera op de telescoop is geen al te groot probleem. Er zijn verschillende adapters waarmee dit uitstekend kan worden gedaan.

De gemakkelijkste manier om een camera aan te sluiten is het gebruik van een universele camera-adapter die geschikt is voor de meeste cameramodellen die op de markt verkrijgbaar zijn. Hier wordt de camerabehuizing op een plaat of rail geplaatst en op zijn plaats vergrendeld met een geïntegreerde ¼"-schroef. Nu kunt u de camera nog steeds heen en weer bewegen door de schroeven te verstellen. De camera is nu stevig bevestigd.

Deze set moet nu op de telescoop worden aangesloten. Daartoe is de adapter voorzien van een klemsysteem dat rond het oculair moet sluiten, dat in de oculairfocuser van de telescoop is bevestigd. U kunt deze "bankschroef" met een doorgaans grotere schroef bijstellen.

Nu moet u ervoor zorgen dat de camera recht voor het oculair staat. Stel zo nodig de camera bij tot dit het geval is. Bij het fotograferen door het oculair kan vignettering optreden. Dit verwijst naar een arcering van het beeld aan de randen. Om dit te voorkomen, moet u geen oculair met een te korte brandpuntsafstand gebruiken. Als u Plössl-oculairen gebruikt, zijn brandpuntsafstanden van minder dan 12,5 mm niet bepaald aan te bevelen. In geval van nood kunt u de digitale zoom van de camera gebruiken.

Een andere methode om de camera te bevestigen is via de filterdraad. Opgelet! Niet alle camera's hebben een filterdraad, dus hier is er geen andere mogelijkheid dan de hierboven beschreven. Gewoonlijk vindt u een dergelijke draad op de wat grotere compactcamera's. U hoeft alleen maar naar de lens te kijken.

Op de rand vindt u een fijne binnendraad van een bepaalde diameter. Deze schroefdraaddiameter kan van camera tot camera sterk verschillen, zodat er geen algemene gestandaardiseerde adaptatie-oplossing bestaat. In de meeste gevallen moet u met verschillende adapters werken om de lens te kunnen monteren.

Naast de verre objecten kan men soms het nabije over het hoofd zien: de planeten. Ook hier zijn zeer mooie foto's mogelijk. Terwijl vroeger met amateur-middelen vaak alleen onscherpe planeetfoto's konden worden genomen, zijn tegenwoordig heel andere kwaliteitsnormen mogelijk. Waarom dit zo is, zal later worden uitgelegd. Eerst dringt de vraag zich op: welke mogelijkheden hebt u in het algemeen om planeetfoto's te kunnen maken?

• Compacte digicam
• Digitale spiegelreflexcamera
• Webcam of soortgelijke camera

Met de compacte camera, waarvan de lens niet afneembaar is, kunt u prachtige maan- en sfeeropnamen maken. U kunt ook zelf aan planetenfotografie doen. Hiervoor zou een oculair met vrij korte brandpuntsafstand moeten worden gebruikt om de vergroting zodanig te verhogen dat details kunnen worden waargenomen.

De gemakkelijkste manier om een dergelijke camera te bevestigen is via een universele adapter. U moet erop letten dat de camera ook handmatig wordt bediend voor planeetfotografie. Met andere woorden, handmatige scherpstelling en belichting, en uitgeschakelde flits. Problemen met schaduwvorming zijn bij planeetwaarnemingen niet van belang omdat de planeetschijven toch al relatief klein zijn in verhouding tot het gezichtsveld. Toch kunt u de zoom van de camera zo veel mogelijk gebruiken. De digitale zoom moet u echter niet gebruiken, want die biedt geen verbetering, maar alleen een uitsnede met minder pixels.